In hoeverre mag een zonevreemde woning worden herbouwd? naar nieuws overzicht

19 Mei 2017

Aan welke voorwaarden moet voldaan worden om te mogen herbouwen?

ofwel mag een bestaande woning op dezelfde plaats herbouwd worden en dit binnen hetzelfde bestaande bouwvolume;

ofwel mag een bestaande woning op een gewijzigde plaats herbouwd worden, maar dan enkel indien voldaan wordt aan de hierna vermelde voorwaarden:

  • de herbouwing dient te gebeuren binnen het bestaande bouwvolume;
  • de woning dient getroffen te zijn door een rooilijn of door een gemeentelijke verordening betreffende de voorbouwlijn;
  • de gewijzigde inplanting dient zich te beperken tot de verplaatsing die tot gevolg heeft dat de woning dezelfde voorbouwlijn krijgt als de woningen die er het dichtst bij gelegen zijn of tot de verplaatsing overeenkomstig de in de gemeentelijke verordening voorziene voorbouwlijn.

Let ook hier weer op: als het bestaande bouwvolume groter is dan 1.000 m?, dan dient het bouwvolume van de herbouwde woning beperkt te worden tot maximaal 1.000 m².

  • het karakter en de verschijningsvorm van de woning moeten behouden blijven. Dit houdt in dat men bijvoorbeeld een bestaand boerderijtje met zijn typische kenmerken niet mag afbreken om er een nieuwe woning te bouwen in de stijl van een moderne villa. Plaatselijke ingrepen blijven wel nog mogelijk zoals bijvoorbeeld het plaatsen van dakkapellen. Karakter en verschijningsvorm dienen niet alleen bekeken te worden vanuit het gebouw zelf, maar ook vanuit hun ruimtelijke context;
  • de zonevreemde woning mag niet verkrot zijn op het ogenblik dat er een stedenbouwkundige vergunning wordt gevraagd om te mogen herbouwen. Volgens de nieuwe definitie van verkrotting worden woningen of gebouwen als verkrot beschouwd als ze niet voldoen aan de elementaire vereisten van stabiliteit op het ogenblik van de eerste vergunningsaanvraag tot herbouwen. Stabiliteit heeft betrekking op de constructie van een gebouw. Zo zullen onder andere met de grond gelijkgemaakte gebouwen of ingestorte gebouwen niet in aanmerking komen;
  • het moet gaan om een vergunde woning of een woning die geacht wordt vergund te zijn. Met vergund of geacht vergund te zijn wordt bedoeld: woningen die sedert de inwerkingtreding van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de Ruimtelijke Ordening en van de Stedebouw werden opgericht met een geldige bouwvergunning en woningen die werden gebouwd voor de inwerkingtreding van de voormelde wet;
  • door te herbouwen mag het aantal woongelegenheden niet gewijzigd worden, met andere woorden het aantal woongelegenheden moet beperkt blijven tot het bestaande aantal;
  • de bestaande woning die men wenst te herbouwen moet gelegen zijn aan een voldoende uitgeruste weg, zoniet dan kan het herbouwen niet vergund worden. Om te kunnen spreken van een voldoende uitgeruste weg moet deze weg minstens met duurzame materialen verhard zijn en dient er een aansluiting te zijn op het elektriciteitsnet.

In welke (zonevreemde) gebieden mag men nog herbouwen?

  • in agrarisch gebied
  • in landschappelijk waardevol agrarisch gebied
  • in parkgebied
  • in industriegebied
  • in gebieden voor openbaar nut

En wat indien deze herbouwing reeds geheel of gedeeltelijk zou uitgevoerd zijn?

Dan kan men alsnog voor deze wederrechtelijk uitgevoerde werken een regularisatievergunning aanvragen. Deze aanvraag zal wel snel dienen te gebeuren vermits de decreetgever maar tijd hiervoor heeft gegeven tot 13 augustus 2002 (één jaar te rekenen vanaf de inwerkingtreding van bovenvermeld decreet van 13 juli 2001) Let wel: Binnen deze termijn van één jaar dient de aanvraag ingediend te zijn waarbij de datum van het ontvangstbewijs bepalend is; de behandeling van deze aanvraag kan later gebeuren.

En tenslotte nog dit:

Een zonevreemde woning mag herbouwd worden als deze getroffen werd door brand, tenminste als aan de volgende voorwaarden werd voldaan:

  1. de woning werd, buiten de wil van de aanvrager, beschadigd of vernield door één van de oorzaken die opgesomd worden in artikelen 61 en 62 van de verzekeringswet van 25 juni 1992;
  2. de woning was vóór de brand niet verkrot en ze werd tot op de dag voorafgaand aan de brand bewoond;
  3. de afgebrande woning mag niet gelegen zijn in prioritaire gebieden zoals bv. de natuur- en bosgebieden;
  4. indien de vernielde of beschadigde woning een bouwvolume had van meer dan 1.000 m², dan dient de heropgebouwde woning beperkt te blijven tot 1.000 m² en in de andere gevallen moet de aanvraag beperkt worden tot het destijds vergunde volume;
  5. het aantal woongelegenheden moet beperkt blijven tot één en de architecturale eigenheid moet behouden blijven;
  6. de aanvraag tot herbouwen moet gebeuren binnen het jaar nadat het bedrag van de brandverzekering werd toegekend;
  7. de goede ruimtelijke ordening mag niet geschaad worden.

Bron: Livios

Delen op

Jouw woning ook verkopen/verhuren? Contacteer ons